Vraag 1
De minister van Financiën maakte in oktober 2013 bekend, dat de accijnstarieven in Nederland van alle alcoholhoudende producten opnieuw gaan stijgen.
De minister houdt geen rekening met het ‘grenseffect’. Daarmee wordt bedoeld dat Nederlandse consumenten hun aankopen gaan doen in het buitenland vanwege de gestegen prijzen in Nederland.
a |
In de afbeelding wordt de gemiddelde prijsopbouw van een glas bier weergegeven. |
b |
In 2012 ontving de overheid per liter bier € 0,34 aan accijnzen. In totaal leverde dat € 387.907.136 aan bieraccijnzen op. |
c |
Welke correcte uitspraak kun je uit deze grafiek afleiden?
|
Vraag 2
uit het examen van 2016
In 2012 ging het niet goed met de economie in Nederland. De regering viel en er kwamen nieuwe verkiezingen. De diverse politieke partijen hadden heel verschillende ideeën over de uitgaven aan ontwikkelingshulp.
In deze tabel staan de werkelijke gegevens voor Nederland:
jaar | uitgaven ontwikkelingshulp in euro’s |
bevolkingsomvang | gemiddeld inkomen |
---|---|---|---|
1970 | 339 miljoen | 12.958.000 | € 5.559 |
2000 | 3.517 miljoen | 15.864.000 | € 24.958 |
2010 | 4.437 miljoen | 16.743.560 | € 33.000 |
In het bovenstaande overzicht zie je dat de uitgaven aan ontwikkelingshulp zijn gestegen in de afgelopen jaren, maar ook dat de bevolking is gegroeid. Bovendien zijn de inkomens sterk gestegen. In 1970 zijn de uitgaven aan ontwikkelingshulp per hoofd van de bevolking in procenten van het gemiddeld inkomen 0,47%.
a |
Bereken in één decimaal de uitgaven in 2010 aan ontwikkelingshulp per hoofd van de bevolking in procenten van het gemiddeld inkomen in 2010. |
b |
In 2011 bedroeg het nationaal inkomen van Nederland € 560 miljard. De ontwikkelingshulp bedroeg in dat jaar 0,8% van het nationaal inkomen. ⇒ Hoe hoog moet het nationaal inkomen van Nederland in 2013 zijn om, bij een percentage van 0,7%, eenzelfde bedrag aan ontwikkelingshulp te geven als in 2011? |
Vraag 1
a |
belastingen in euro: € 0,07 + € 0,35 = € 0,42 |
b |
accijns na verhoging: € 0,34 × 1,1 × 1,0575 = € 0,40 (€ 0,395505) |
c |
C |
Vraag 2
a |
Mogelijke antwoorden:
|
b |
Mogelijke antwoorden:
|