Vraag 1
a |
Harm is eigenaar van de viskraam De Zoute Kibbeling. ⇒ Bereken de jaarlijkse afschrijving van de aanhangwagen. |
b |
Harm heeft veel last van concurrentie. Daarom wil hij de wagen tóch een jaar eerder vervangen. ⇒ Bereken de jaarlijkse afschrijving als Harm de wagen in 4 jaar tijd wil afschrijven. |
c |
Uiteindelijk ruilt Harm de wagen niet na 4 jaar, maar al na 3 jaar in. ⇒ Hoeveel heeft Harm nu te weinig afgeschreven? |
Vraag 2
a |
Restaurant Het Gulden Bord koopt een nieuwe keuken. Kosten: € 18.000 ⇒ Bereken de maandelijkse afschrijving van de keuken. Afronden op hele euro’s. |
b |
Alex begint een eigen bedrijfje. Hij gaat websites bouwen voor klanten. ⇒ Wat was de aanschafprijs van de computerapparatuur? |
c |
Een transportbedrijf koopt een nieuwe vrachtauto voor € 75.000. ⇒ Bereken de inruilwaarde van de vrachtwagen na 8 jaar. |
d |
⇒ Hoeveel is de vrachtwagen nog waard na 3 jaar? |
Vraag 1
a |
Aanschafwaarde = € 25.000 De kosten zijn dus in totaal: € 20.500 Dat betekent een afschrijving van € 4.100 per jaar. Of in formule: |
b |
Aanschafwaarde = €25.000 De totale kosten zijn in totaal: € 18.000 Dat betekent een afschrijving van € 4.500 per jaar. |
c |
Aanschafwaarde was € 25.000 Dus de totale kosten waren € 16.100 In totaal is er 3 × € 4.500 = € 13.500 afgeschreven Er is dus € 2.600 te weinig afgeschreven. |
Vraag 2
a |
Aanschafwaarde = € 18.000 De totale kosten zijn dus: € 15.840 Dat betekent een afschrijving van € 110 per maand. |
b |
In 3 jaar schrijft hij in totaal af: 3 × 12 × 200 = € 7.200 Blijkbaar kostte de apparatuur € 8.000 (7.200+800) |
c |
De aanschafwaarde was € 75.000 De inruilwaarde is dus € 12.200 |
d |
Nieuw is de vrachtwagen € 75.000 waard. Na 3 jaar is er (3 × 7850) € 23.550 afgeschreven. Na 5 jaar is er (5 × 7850) € 39.250 afgeschreven. |