Het gezin Steen bestaat uit Jan, Gretchen en twee kinderen. Het is chaos in huize Steen. Een radiator is kapot en het deurtje van de wasdroger is kromgetrokken.

1 Jan belt de reparateur voor het repareren van de radiator. Na de reparatie krijgt hij de rekening: € 203,00. Onder welke uitgavensoort valt deze reparatie?

  1. dagelijkse uitgaven
  2. huishoudelijke uitgaven
  3. incidentele uitgaven
  4. vaste lasten
2 Gretchen wil een nieuwe wasdroger kopen. Op de site van de Consumentenbond bekijkt ze de testresultaten en kiest de beste koop uit. Volgens Jan kan ze beter naar de winkel gaan en zich daar laten voorlichten over wasdrogers.
⇒ Noem een voordeel én een nadeel van het zich laten voorlichten in de winkel in plaats van het vergelijkend warenonderzoek van de consumentenbond te gebruiken.

Doe het zo:

Een voordeel is:
Een nadeel is:

Jan weet niet hoe het gezin er financieel voorstaat. “Ik weet niet of er geld is voor een wasdroger”, zegt hij.

3

Jan houdt drie weken lang de huishoudelijke uitgaven bij. In deze drie weken heeft het gezin € 605 aan huishoudelijke uitgaven besteed.
⇒ Bereken in twee decimalen deze huishoudelijke uitgaven omgerekend per maand. Schrijf je berekening op.

4

Jan heeft nog geen rekening gehouden met de reserveringen voor een andere auto. Zijn Peugeot 308 CC (cabriolet) heeft hij twee jaar geleden nieuw gekocht voor de aanschafprijs van € 37.500. Hij verwacht nu nog vijf jaar in de auto te rijden en hem dan te verkopen voor € 10.000. Hij wil dan een andere auto kopen waarvan de aanschafprijs € 20.000 is.

Hoeveel moet Jan per maand reserveren om over vijf jaar de andere auto te kunnen kopen?

  1. € 119,05
  2. € 166,67
  3. € 333,34
  4. € 458,34

Jan heeft een beknopt overzicht gemaakt van de maandelijkse financiële situatie van zijn gezin.

inkomsten € 2.850
huur, gas en licht € 780
gemeentelijke belastingen € 160
ziektekostenverzekering € 290
contributies, abonnementen € 250
autokosten € 500
5

Jan zoekt naar mogelijke oplossingen om te bezuinigen, maar ziet dat hij op een aantal uitgaven op korte termijn niet kán bezuinigen.
⇒ Noem een uitgave van Jan en Gretchen waar ze op korte termijn niet op kunnen bezuinigen. Leg uit waarom dat niet kan.

1

C

2

Voordeel, bijvoorbeeld:

  • Je kunt de wasdrogers bekijken.
  • Je kunt gericht vragen stellen.
  • Je hebt in de winkel vaak de nieuwste modellen.

Nadeel, bijvoorbeeld:

  • De winkelier wil graag de wasdroger verkopen waar hij het meest op verdient.
  • Ze hebben maar een beperkt aantal modellen.
3

€ 605 / 3 × 52 = € 10.486,67
€ 10.486,67 / 12 = € 873,89

OF

€ 605 / 3 = € 201,67
€ 201,67 × 52 / 12 = € 873,90 (€ 873,89 ook goed)

4

B

5

Voorbeelden van een juiste uitgave met uitleg:

  • Huur.
    Jan en Gretchen hebben waarschijnlijk een huurcontract dat ze niet direct kunnen opzeggen. Bovendien hebben ze tijd nodig een goedkoper huis te zoeken.
  • Ziektekostenverzekering.
    Het contract kan niet direct worden opgezegd.