Vraag 1

Maaike heeft een bijbaantje. Vorig jaar werkte zij 12 uur per week. Daarmee verdiende ze netto € 41,50. Dat was inclusief haar vakantiegeld.

Dit jaar is Maaike iets meer gaan werken. Nu werkt ze 15 uur per week. In totaal verdient ze nu € 53,81 per week.

a Hoeveel verdiende Maaike vorig jaar per uur? Afronden in twee decimalen.
b Hoeveel verdient Maaike dit jaar per uur? Afronden in twee decimalen.

Vraag 2

Van een schip in de Rotterdamse haven worden per kraan 40 containers afgeladen. De kraan weegt de containers automatisch. Na het ontschepen van de containers geeft het systeem aan dat er 435.856 kg is afgeladen.

a Bereken hoeveel kg er in één container zit. Afronden in hele kilo’s.
b Bereken hoeveel kg er in één container zit. Afronden in 1.000 kilo’s.

Vraag 3

In een fabriek werken 35 mensen in de productie.
Ook werken er 4 mensen op kantoor en zijn er 2 directieleden.

Op de financiële administratie vinden we het onderstaand kladblaadje over de personeelskosten:

Personeelskosten februari  
afdeling productie
kantoor
directie
€ 75.091,80
15.257,92
    10.779,78
totaal  € 101.129,50
a Hoeveel verdient een werknemer in de productie? Afronden op hele euro’s.
b Hoeveel verdient een werknemer op kantoor? Afronden op hele euro’s.
c Hoeveel verdient een directielid? Afronden op hele euro’s.

Vraag 1

a

€ 41,50 : 12 = € 3,4583333 ⇒ € 3,46

b

€ 53,81 : 15 = € 3,587333 ⇒ € 3,59

Vraag 2

a

435.856 kg : 40 = 10.896,4 kg ⇒ 10.896 kg

b

10.896,4 kg ⇒ 11 duizend kg

Vraag 3

a

€ 75.091,80 : 35 = € 2.145,48 ⇒ € 2.145

b

€ 15.257,92 : 4 = € 3.814,48 ⇒ € 3.814

c

 € 10.779,78 : 2 = € 5.389,89 ⇒ € 5.390