Vraag 1

Doe het steeds zoals in het voorbeeld.

Schrijf in cijfers.
 

   5 duizend  ⇒  5.000
a 12 miljoen
b 100 duizend
c 450 miljard
d 0,75 miljoen
e 5,4 miljard

Schrijf in woorden.
 

  5.000 ⇒ 5 duizend
f 23.000.000
g 5.000.000.000
h 950.000
i 5.500.000
j 12.400.000.000

Schrijf in woorden.
Afronden op één decimaal.

  5.342  ⇒  5.342  ⇒  5,4 duizend
k 3.456.238.643
l 12.376.850
m 450.549.250
n 12.382
o 865.349.873.010

Vraag 2

Reken het juiste antwoord uit.
Schrijf de getallen volledig op (2 decimalen).
Zet punten op de juiste plek.

a 125 × 5,5 mln. =
b 450 mld. : 86 =
c 250 × 850.000 =
d 180.245.600 × 595 = 
e 390 mld. : 5 mln. =
f 12 mln. × € 34.500 =

Bereken het juiste antwoord.
Schrijf op in woorden.
Rond af op één decimaal.

g 4.500 × 7.550.000 =
h 89 × 22.580 =
i 95 mld. : 14 =
j 5 mln. × 1,75 =
k 775 mld. : 5,5 mln. =
l 350 × 75 × 250.575 =

Vraag 1

a 12.000.000
b 100.000
c 450.000.000.000
d 750.000
e 5.400.000.000
f 23 miljoen
g 5 miljard
h 950 duizend
i 5,5 miljoen
j 12,4 miljard
k 3.456.238.643  ⇒  3,5 mld.
l 12.376.850  ⇒  12,4 mln.
m 450.549.250  ⇒  450,5 mln.
n 12.382  ⇒  12,4 duizend
o 865.349.873.010  ⇒  865,3 mld.

Vraag 2

a 687.500.000
b 5.232.558.139,53
c 212.500.000
d 107.246.132.000
e 78.000
f € 414.000.000.000
g 33.975.000.000  ⇒  34,0 mld.
h 2.009.620  ⇒  2,0 mln.
i 6.785.714.285,71  ⇒  6,8 mld.
j 8.750.000  ⇒  8,8 mln.
k 140.909,0909  ⇒  140,9 duizend
l 6.577.593.750  ⇒  6,6 mld.