Vraag 1

In een klas zitten maar 15 leerlingen.
Tijdens een les economie gaat het over bijbaantjes. De economieleraar wil graag weten hoeveel leerlingen een bijbaantje hebben. Ook vraagt hij aan de leerlingen hoeveel zij verdienen per maand.

Hij schrijft de gegevens op het bord:

15 leerlingen in totaal
8 leerlingen hebben een bijbaantje:

  • Erik: € 120,-
  • Charmene: € 50,-
  • Achmed: € 75,-
  • Michel: € 80,-
  • Jimmy: € 200,-
  • Eline: € 20,-
  • Suzan: € 125,-
  • Femke: € 60,-
a Bereken hoeveel de leerlingen met een bijbaantje gemiddeld verdienen. Afronden op twee decimalen.

Vervolgens vertelt de leraar dat in Nederland 12 miljoen mensen werken. Samen verdienen die € 450 miljard.

b Bereken het gemiddelde inkomen van een werkende Nederlander. Afronden op hele euro’s.

Vraag 2

Een manager van een groot bedrijf zet de omzetcijfers van vorig jaar op een rijtje:

  • Januari – € 240 mln.

  • Februari – € 220 mln.

  • Maart – € 260 mln.

  • April – € 305 mln.

  • Mei – € 290 mln.

  • Juni – € 275 mln.

  • Juli – € 110 mln.

  • Augustus – € 160 mln.

  • September – € 290 mln.

  • Oktober – € 315 mln.

  • November – € 315 mln.

  • December – € 372 mln.

a Bereken de gemiddelde omzet van de eerste 6 maanden. Afronden op mln. euro’s
b Bereken de gemiddelde omzet van de tweede helft van het jaar. Afronden op mln. euro’s
c Bereken de gemiddelde omzet over het gehele jaar. Afronden op mln. euro’s.

Vraag 3 – gewogen gemiddelde

In een fabriek werken 40 mensen in de productie.
Ook werken er 5 mensen op kantoor en zijn er 2 directieleden.

Op de personeelsadministratie vinden we het onderstaand kladblaadje over de lonen:

Loon per werknemer  februari
afdeling productie
kantoor
directie
€ 2.850,85
€ 3.872,43
    € 5.294,67
a Bereken het gemiddelde loon van de werknemers in dit bedrijf. Afronden op twee decimalen.

Vraag 1

a

In totaal verdienen de 8 leerlingen € 730.
Gemiddeld is dat 730 : 8 = € 91,25

b € 450 mld. : € 12 mln. = € 37.500

Vraag 2

a

In de 6 maanden wordt in totaal € 1.590 mln. verdiend.
Gemiddeld is dat € 1.590 mln. : 6 = € 265 mln. per maand.

b

In de tweede helft van het jaar wordt in totaal € 1.562 mln. verdiend.
Gemiddeld is dat € 1.562 mln. : 6 = € 260 mln. per maand.

c

In totaal wordt dat jaar € 3.152 mln. verdiend.
Gemiddeld is dat € 3.152 mln. : 12 = € 263 mln.

Vraag 3

a

Eerst reken je het totale loon uit:
(40 × € 2.850,85) + (5 × € 3.872,43) + (2 × € 5.294,67) = € 143.985,49

Dan verdelen om het totale aantal werknemers om het gemiddelde uit te rekenen:
€ 143.985,49 : (40+5+2) = € 3.063,52