Vraag 1

Bedenk bij de volgende vragen wat een logische afronding is.

a

Jamiro heeft twee verschillende baantje. Hij werkt bij de pizzabus en hij bezorgt reclamefolders.
Met het bezorgen van de folders verdient hij € 45 per maand. Dat is 35% van zijn totale inkomen.

⇒ Hoeveel verdient Jamiro in totaal?

b

⇒ Hoeveel verdient Jamiro met het werken bij de pizzabus?

c

Op de kassabon van een kledingzaak staat dat Miranda € 14,87 BTW heeft betaald.
De BTW op kleding is 21% van de verkoopprijs.

⇒ Hoeveel heeft Miranda in totaal voor de kleding moeten betalen?

d

Gino laat zijn scooter repareren. Hij schrikt van de rekening.
Alleen de arbeidskosten zijn al € 164,85. En dat is nog maar 69% van de totale reparatiekosten.

⇒ Bereken hoeveel de reparatie in totaal kost.

e

Garage Mobicar verkoopt in een jaar 2.208 auto’s wat neerkomt op een marktaandeel van 16%.
Concurrent Autoreus heeft een marktaandeel van 28%

⇒ Bereken hoeveel auto’s Autoreus in dat jaar verkoopt.

Vraag 2

a

De vader van Nastja is werkloos. Hij krijgt een uitkering van 70% van zijn laatstverdiende loon.
De uitkering is € 2.185 per maand.

⇒ Bereken hoeveel Nastja’s vader verdiende toen hij nog een baan had.

b

Roy verdient een netto salaris van € 1.740
Van zijn bruto salaris wordt 38% ingehouden aan belasting en premies.

⇒ Bereken het bruto salaris dat Roy verdient.

c

Van de plaatselijke voetbalclub is 80% van de leden jonger dan 18.
Er zijn 40 leden ouder dan 18.

⇒ Bereken het totale ledenaantal van de voetbalclub.

d

Jimmy koopt een paar nieuwe sportschoenen. Hij krijgt 30% kassakorting en betaalt € 85,78

⇒ Hoeveel korting heeft Jimmy gekregen op zijn schoenen?

e

Lisa heeft haar scooter verzekerd. Omdat zij in een rustige regio woont, krijgt Lisa 20% korting op de basispremie.
Lisa moet € 12,65 per maand betalen voor de verzekering.

Mike heeft eenzelfde scooter. Hij heeft de scooter verzekerd bij dezelfde verzekeraar.
Hij heeft in het verleden al eens schade gehad. Daarom moet hij 105% van de basispremie betalen.

⇒ Bereken hoeveel Mike moet betalen voor deze verzekering.

Vraag 1

a

€ 45 = 35%
1% ≈ 1,29     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
100% = € 128,57

In totaal verdient hij € 128,57.
Omdat het om een bedrag in euro’s gaat ronden we af op twee decimalen.

b

Hij verdient 35% van zijn inkomen met folders. Dan verdient hij (100-35) 65% van zijn inkomen bij de pizzabus.

€ 45 = 35%
1% ≈ 1,29     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
65% = € 83,57

Hij verdient € 83,57 bij de pizzabus.

c

Verkoopprijs (100%) + BTW (21%) = Winkelprijs (121%)
In totaal moet je dus 121% betalen.

21% = € 14,87
1% ≈ € 0,71     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
121% = € 85,68

Miranda moet in totaal € 85,68 betalen.

d

69% = € 164,85
1% ≈ € 2,39     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
100% = € 238,91

Hij moet in totaal € 238,91 betalen voor de reparatie.

e

 

16% = 2.208 auto’s
1% = 138
28% = 3.864 auto’s

Autoreus verkoopt dat jaar 3.864 auto’s.

Vraag 2

a

70% = € 2.185
1% ≈ € 31,21     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
100% = € 3.121,43

Hij verdiende met zijn baan € 3.121,43.

b

Bruto (100%) – Belasting (38%) = Netto (62%)

62% = € 1.740
1% ≈ € 28,06     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
100% = € 2.806,45

Zijn bruto salaris is € 2.806,45.

c

Als 80% jonger is dan 18, dan is 20% ouder dan 18 jaar.

20% = 40
1% = 2
100% = 200

De club heeft 200 leden.

d

Jimmy moet dus 70% van de prijs betalen.

70% = € 85,78
1% ≈ € 1,23     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
30% = € 36,76

Hij krijgt € 36,76 korting.

e

Lisa betaalt dus 80% van de basispremie.
Mike betaalt 105% van de basispremie.

80% = € 12,65
1% ≈ € 0,16     – laat dit onafgerond in je rekenmachine staan!
105% = € 16,60

Mike betaalt € 16,60 premie per maand.