Vraag 1

Het modaal inkomen is het inkomen dat het vaakste voorkomt in een land.
In de tabel staat de hoogte van dit inkomen sinds 1970:

Jaar Bruto per maand
(in euro’s)
Bruto per maand
(indexcijfer)
Netto per maand
(in euro’s)
Netto per maand
(indexcijfers)
1970 € 429 € 286
1975 € 805 € 537
1980 € 1.173 € 782
1985 € 1.401 € 934
1990 € 1.471 100 € 980 100
1995 € 1.716 € 1.144
2000 € 1.926 € 1.284
2005 € 2.238 152 € 1.492
2010 € 2.508 € 1.670
2015 € 2.739 € 1.826
2017 € 2.855 € 1.903
a

Wat is de betekenis van het indexcijfer 152 in de kolom Bruto per maand (indexcijfer)?

b

Bereken de indexcijfers in de kolom Bruto per maand.
Gebruik 1990 als basisjaar.  Afronden op hele getallen.

c

Bereken ook de indexcijfers in de kolom Netto per maand.
Gebruik weer 1990 als basisjaar. Afronden op hele getallen.

d

Bereken met hoeveel procent het bruto inkomen in 2017 is gestegen ten opzichte van 2015. Afronden op twee decimalen.
Gebruik bij je berekening de bedragen in euro’s uit de tweede kolom.

e

Bereken nu hetzelfde met de indexcijfers uit de derde kolom. Afronden op twee decimalen.

Vraag 2

Het aantal mensen met een WW-uitkering laat zien hoeveel mensen werkloos zijn.
In deze tabel staat het aantal mensen met een WW-uitkering sinds 2009:

Jaar Aantal WW-uitkeringen (× duizend) WW-uitkeringen (indexcijfer)
2009 183
2010 323 100
2011 284
2012 292
2013 369
2014 460
2015 141,8
2016 144,0
2017 129,7
a

Bereken de ontbrekende indexcijfers in de laatste kolom.
Gebruik 1990 als basisjaar.  Afronden op één decimaal.

b

Bereken het aantal mensen met een WW-uitkering in de jaren 2015, 2016 en 2017.
Afronden op duizenden.

Vraag 1

a

Dat betekent dat het modale bruto maandinkomen in 2005 met 52% is gestegen ten opzichte van 1990.

b
c

 Gebruik steeds de formule:

indexcijfer

waarbij het basisjaar het getal bij 1990 is.
In de tabel staan in elke kolom twee voorbeeldberekeningen. De rest gaat op dezelfde manier.

 
Jaar Bruto per maand
(in euro’s)
Bruto per maand
(indexcijfer)
Netto per maand
(in euro’s)
Netto per maand
(indexcijfers)
1970 € 429 29 € 286 29
1975 € 805 55 € 537 55
1980 € 1.173 80 € 782 80
1985 € 1.401 95 € 934 95
1990 € 1.471 100 € 980 100
1995 € 1.716 117 € 1.144 117
2000 € 1.926 131 € 1.284 131
2005 € 2.238 152 € 1.492 152
2010 € 2.508 170 € 1.670 170
2015 € 2.739 186 € 1.826 186
2017 € 2.855 194 € 1.903 194

In deze tabel staat bij bruto en netto steeds hetzelfde indexcijfer. Dat was ook zo, maar dat is niet altijd zo. Bijvoorbeeld als de belasting flink verandert.
d

+ 4,24%

e

+ 4,30%

Het verschil met vraag d ontstaat door de afronding van de indexcijfers.

Vraag 2

a

Voor de indexcijfer gebruik je weer de formule:

indexcijfer

Basisjaar is de waarde van 2010 (323).

b

Terugrekenen gaat via de 1%-manier. Als voorbeeld de berekening voor 2015:

 
Jaar Aantal WW-uitkeringen (× duizend) WW-uitkeringen (indexcijfer)
2009 183

56,7

2010 323 100
2011 284

87,9

2012 292 90,4
2013 369 114,2
2014 460 142,4
2015 458 141,8
2016 465 144,0
2017 419 129,7