Uit de krant:

Meerderheid van de Polen verlaat Nederland na verloop van tijd

Van de Polen die sinds 2000 in Nederland zijn komen werken, is inmiddels bijna 60 procent weer vertrokken uit Nederland. Ongeveer 90 procent van de Polen die Nederland verlieten, keerde uiteindelijk terug naar hun geboorteland.

1

Lech is een achttienjarige jongen uit Polen. Hij denkt erover om in Nederland te gaan werken. Het feit dat Polen lid is van de Europese Unie (EU) maakt het voor Lech makkelijker in Nederland te gaan werken.
⇒ Welke regeling (afspraak) binnen de EU maakt het voor Lech mogelijk dat hij gemakkelijk in Nederland kan gaan werken?

 informatiebron 1: Aantal Poolse immigranten

Jaar Aantal
2000 1.678
2001 2.007
2002 2.102
2003 2.020
2004 4.662
2005 6.198
2006 7.708
2007 9.200
2008 12.644
2009 11.844
2010 13.602
totaal 73.665

Uit onderzoek is gebleken dat van alle Polen die in deze periode naar Nederland kwamen er eind 2010 nog 40% werkzaam was in Nederland.

bron: CBS

Gebruik informatiebron 1.

2

Lech hoort dat sommige Nederlanders bang zijn dat de Polen hun banen inpikken. Volgens Lech is het aandeel Poolse werknemers in Nederland echter maar heel klein. Eind 2010 waren er in Nederland 8.644.000 werkzame personen.
⇒ Bereken in twee decimalen hoeveel procent van de in Nederland werkzame personen eind 2010 bestond uit Poolse immigranten.
Neem daarvoor de immigratie van 2000 tot en met 2010.
Schrijf je berekening op.

3

Lech heeft zich goed laten informeren en heeft besloten om in Nederland te gaan werken. Hij gaat dus zijn geld verdienen in Nederland. Hij wil het meeste geld uitgeven in Polen. Hij denkt dat de koopkracht van zijn inkomen in Polen groter is dan in Nederland.
⇒ Verklaar waarom de koopkracht van Lechs inkomen in Polen groter kan zijn dan in Nederland.

4

Een Nederlandse werknemer zou de baan van Lech ook kunnen krijgen.
Deze Nederlandse werknemer zou zijn geld dan in Nederland besteden.
De vader van Lech zegt: “Als het geld in Polen wordt uitgegeven in plaats van in Nederland zal de werkgelegenheid in Nederland gaan dalen.”
⇒ Geef een argument voor de mening van de vader van Lech.

5

Door de vorming van de EU is de concurrentie op de arbeidsmarkt toegenomen. Dat kan nadelig zijn voor Nederland. Er zijn ook economen die beweren dat het juist voordelig is voor de Nederlandse werkgelegenheid als Poolse werknemers in Nederland komen werken.
Hieronder staan 3 tussenstappen:

  1. aanbod van arbeid stijgt
  2. concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven verbetert
  3. loonkosten dalen

Zet de tussenstappen in een zodanige volgorde dat de gedachtegang van deze economen juist wordt weergegeven.

  1. Polen komen in Nederland werken → 1 → 2 → 3 → werkgelegenheid stijgt
  2. Polen komen in Nederland werken → 1 → 3 → 2 → werkgelegenheid stijgt
  3. Polen komen in Nederland werken → 2 → 1 → 3 → werkgelegenheid stijgt
  4. Polen komen in Nederland werken → 2 → 3 → 1 → werkgelegenheid stijgt
  5. Polen komen in Nederland werken → 3 → 1 → 2 → werkgelegenheid stijgt
  6. Polen komen in Nederland werken → 3 → 2 → 1 → werkgelegenheid stijgt
6

Er is veel discussie over de komst van Polen. Sommige economen zeggen dat de werkgelegenheid voor de Nederlandse werknemers verbetert, anderen denken van niet.
Er is ook een groep economen die nog verdergaat. Volgens hen kán Nederland in de toekomst helemaal niet zonder buitenlandse werknemers.
⇒ Geef een argument voor de mening van deze laatste groep economen.

1

Binnen de EU geldt een vrij verkeer van personen.

2

40% × 73.665 = 29.466

procenten van

29.466 / 8.644.000 × 100% = 0,34%

3

In Polen zijn de prijzen van veel producten lager dan in Nederland. (Lech kan dus voor hetzelfde geld meer kopen.)

4

De vraag naar producten zal in Nederland verminderen, waardoor de productie zal dalen. (Er zullen dus minder arbeidskrachten worden gevraagd.)

5

B

6

voorbeelden van een juist argument:

  • Door de vergrijzing zullen er (voor sommige beroepen) te weinig werknemers beschikbaar zijn. Om dit werk toch uit te voeren zullen er buitenlandse werknemers nodig zijn.
  • Buitenlandse werknemers zijn bereid werk te doen dat Nederlanders niet willen doen.