Marieke, een leerling uit 4 vmbo, heeft tijdens de economieles gelezen over het Nibud. Als ze ’s middags thuiskomt, hoort ze haar moeder zuchten achter een stapel rekeningen. Moeder klaagt dat ze niet meer weet hoe ze de financiën op orde moet houden.
Marieke gaat bij haar moeder zitten. Ze zegt dat het Nibud twee tips geeft om je financiën op orde te kunnen krijgen:

  1. Zet je geldzaken op een rij.
  2. Zoek je geldlek: er sijpelt geld weg, waarop je kunt besparen.
1

Marieke zegt: “Als je een budgetplan maakt, moet je natuurlijk wel prioriteiten stellen!”
Wat betekent dit?

  1. Je moet alleen geld uitgeven aan basisbehoeften.
  2. Je moet gaan bezuinigen op incidentele uitgaven.
  3. Je moet je behoeften in volgorde van belangrijkheid zetten.
  4. Je moet meer tijd nemen voor je boodschappen en op zoek gaan naar koopjes.
2

Volgens haar economiedocent moet je, als je geldgebrek hebt, een aantal stappen nemen om je financiën weer op orde te krijgen.
Hieronder staan drie stappen:

  1. Pas je uitgaven aan.
  2. Maak een financieel overzicht over de afgelopen periode.
  3. Vind je geldlek.

Zet de stappen in een zodanige volgorde dat ze een logische gedachtegang vormen.

  1. geldgebrek → 1 → 2 → 3 → financiën weer op orde
  2. geldgebrek → 1 → 3 → 2 → financiën weer op orde
  3. geldgebrek → 2 → 1 → 3 → financiën weer op orde
  4. geldgebrek → 2 → 3 → 1 → financiën weer op orde
  5. geldgebrek → 3 → 1 → 2 → financiën weer op orde
  6. geldgebrek → 3 → 2 → 1 → financiën weer op orde

De moeder van Marieke zoekt uit waar zij het afgelopen jaar haar inkomen voor heeft gebruikt. Ze heeft een overzicht gemaakt van de gemiddelde bedragen per maand en vergelijkt die met de percentages van een gemiddeld gezin.

  Eigen gezin
in euro’s
Gemiddeld gezin
in %
hypotheek € 1.650 22%
boodschappen € 300 10%
uitjes en vakanties € 175 6%
tijdschriften en abonnementen € 20 1%
cadeautjes € 25 1%
kleding € 100 6%
rente doorlopend krediet € 150 1%
verzekeringen € 230 10%
vervoer € 50 2%
huis en inrichting € 150 7%
elektriciteit en gas € 100 4%
telecommunicatie € 75 3%
heffingen € 100 4%
overige uitgaven € 100 3%
spaargeld € 350 20%
totaal inkomen € 3.575 100%
3

De moeder van Marieke vergelijkt haar eigen uitgaven met de uitgaven van een gemiddeld gezin. “Er zit bij ons een geldlek waar wij in verhouding meer uitgeven dan een gemiddeld gezin,” zegt moeder.
⇒ Laat met een berekening zien dat een geldlek volgens moeder bij de post ‘hypotheek’ zit.

Marieke ziet dat haar moeder een doorlopend krediet bij een bank heeft ten bedrage van € 23.000 (maximaal € 25.000).
Bij dezelfde bank heeft ze ook een spaarrekening van € 3.500.
Marieke zegt: “Hier kun je op bezuinigen!”

4

Leg uit wat haar moeder moet doen met de combinatie van het doorlopend krediet en de spaarrekening om lagere uitgaven te krijgen.
Gebruik hierbij de begrippen (ontvangen) spaarrente en (betaalde) leenrente.

Een tamelijk grote post bij de vaste lasten zijn de uitgaven voor elektriciteit en gas. Veel mensen stappen daarom over naar een goedkopere leverancier, vaak door middel van een zogenoemde collectieve inkoop via consumentenorganisaties. Consumenten schrijven
zich in bij bijvoorbeeld de Vereniging Eigen Huis. Deze vereniging nodigt de energieleveranciers uit om hun beste bod te doen. Deze aanbieding geldt voor alle consumenten die zich bij de vereniging hebben ingeschreven.

5

Verklaar waarom het systeem van collectieve inkoop een besparing voor de consument kan opleveren.

6

Bezuinigen op de vaste lasten kan een oplossing bieden, misschien niet direct, maar wel voor de toekomst.
⇒ Waarom is een bezuiniging op de vaste lasten vaak pas in de toekomst mogelijk?

1

C

2

D

3

De hypotheek bedraagt € 1.650 per maand, het inkomen € 3.575.

procenten van
€ 1.650 / € 3.575 × 100% = 46,2%. (Dit is veel meer dan een gemiddeld gezin: 22%)

of

22/100 × € 3.575 = € 786,50.
Dat bedrag besteedt een gemiddeld gezin aan een hypotheek. (Dat is veel minder dan bij het gezin van Marieke: € 1.650.)

4

Een goed antwoord bevat de volgende onderdelen:

  • Het spaarsaldo kunnen ze beter gebruiken om de lening (gedeeltelijk) af te lossen. Hierdoor besparen ze op de rente.
  • De ontvangen spaarrente is namelijk aanzienlijk lager dan de betaalde leenrente.
5

Collectieve inkoop levert bij leveranciers vaak hoge kortingen op. (Bij collectieve inkoop wordt namens een grote groep consumenten energie ingekocht bij de goedkoopste aanbieder.)

6

Bij vaste lasten zit je vaak nog vast aan een lopend contract. (Meestal werkt een wijziging pas door in een volgende contractperiode.)