De vergrijzing is een onderwerp dat vaak besproken wordt in nieuwsprogramma’s en kranten.
Vaak wordt gesproken over de negatieve gevolgen van de vergrijzing, maar zijn er ook positieve gevolgen van vergrijzing?

In een bevolkingspiramide kun je de leeftijdsopbouw van de bevolking zien. Je ziet hieronder drie bevolkingspiramides van drie verschillende jaren.

herexamen2014_pyra1

herexamen2014_pyra2

herexamen2014_pyra3

1

Zet de piramides in een juiste volgorde zodat ze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving in de loop der jaren goed weergeven.

  1. 1 → 2 → 3
  2. 1 → 3 → 2
  3. 2 → 1 → 3
  4. 2 → 3 → 1
  5. 3 → 1 → 2
  6. 3 → 2 → 1
2

De negatieve gevolgen van de vergrijzing voor de overheid gaan voornamelijk over de kosten van de vergrijzing, bijvoorbeeld de uitgaven aan AOW-uitkeringen.
⇒ Noem nog een ander voorbeeld van overheidsuitgaven die zullen stijgen als gevolg van de vergrijzing.

3

Men vergeet echter vaak dat bepaalde overheidsuitgaven in verhouding tot de totale overheidsuitgaven ook kleiner zullen worden door de vergrijzing.
⇒ Noem twee voorbeelden van overheidsuitgaven die in verhouding kleiner zullen worden door de vergrijzing. Geef ook een verklaring.

uit de krant:

Waar liggen de kansen van de vergrijzing?
Ondernemers in Nederland moeten de seniorendoelgroep maar eens goed bekijken. Daar liggen wel degelijk kansen!

informatiebron 1: huishoudinkomen naar leeftijd hoofdkostwinner in 2010

leeftijd
hoofdkostwinner
aantal huishoudens
x 1.000
gemiddeld huishoudinkomen
x €1.000
gemiddeld vermogen
x €1.000
Tot 25 jaar 388 10,5 7
25 – 34 jaar 1.090 21,2 24
35 – 44 jaar 1.392 23,6 94
45 – 54 jaar 1.479 25,7 182
55 – 64 jaar 1.310 26,8 260
65 – 74 jaar 897 23,7 278
75 jaar en ouder 814 21,0 218
Totaal 7.370 23,3  

bron: CBS: welvaart in Nederland

Gebruik informatiebron 1.

4

Op basis van het aantal huishoudens kun je zien dat de seniorengroep een belangrijke doelgroep kan zijn voor ondernemers. Kijk je naar de senioren als doelgroep, dan gaat het over de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar.
⇒ Hoeveel procent van het totaal aantal huishoudens bestond in 2010 uit huishoudens waarvan de hoofdkostwinner ‘senior’ is?
Schrijf je berekening op.

5

De groep senioren heeft gemiddeld een veel hoger vermogen dan de andere groepen.
⇒ Geef hiervoor een verklaring.

6

De groep senioren vanaf 65 jaar heeft niet het hoogste inkomen. Deze groep vanaf 65 jaar houdt na aftrek van de vaste lasten wel een groter percentage van het inkomen over om vrij te besteden dan de leeftijdsgroepen 45 – 64 jaar.
⇒ Noem hiervoor twee oorzaken.

7

Ondernemers kunnen profiteren van de vergrijzing. Ze moeten dan wel seniorenmarketing inzetten om de seniorendoelgroep optimaal te kunnen bedienen. Een supermarkt kan de ‘p’ van plaatsbeleid inzetten om de seniorengroep aan zich te binden.
⇒ Noem een voorbeeld hoe de supermarkt het plaatsbeleid in zou kunnen zetten om de seniorendoelgroep goed te kunnen bedienen.

1

A

2

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • uitgaven voor de gezondheidszorg
  • subsidies (voor theaterbezoek; bibliotheek)
3

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Kinderbijslag;
    er komen in verhouding minder kinderen.
  • Onderwijs;
    er komen in verhouding minder kinderen.
  • Bijstandsuitkeringen;
    ouderen in de AOW krijgen geen bijstandsuitkering meer.
4

1.310.000 + 897.000 + 814.000 = 3.021.000

procenten van

3.021.000 / 7.370.000 × 100% = 41,0%

Opmerking: de antwoorden 40,99% en 41% worden ook goed rekenen.

5

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Deze groep heeft veel meer tijd gehad om te sparen.
  • Deze groep heeft sterk geprofiteerd van de stijging van de huizenprijzen.
6

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Senioren hebben geen of nauwelijks thuiswonende kinderen.
  • Senioren hebben veelal lage(re) woonlasten omdat ze hun hypothecaire lening al hebben afgelost.
  • Senioren betalen in verhouding minder belasting.
7

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • een winkel vestigen in een verzorgingstehuis
  • zorgen voor ruime parkeermogelijkheden