In de jaren 2007 tot en met 2009 bevond Nederland zich in een economische crisis. Eén van de gevolgen hiervan was een daling van het consumentenvertrouwen.
Het consumentenvertrouwen wordt vastgesteld op basis van de antwoorden in een enquête op vijf vragen die gaan over het economisch klimaat en de koopbereidheid. Zie onderstaande tabel.

examen2014_consumentenvertrouwen

1

Eind 2009 en in 2010 is de economische situatie weer enigszins verbeterd. Volgens economen was het voor economische groei toen wel noodzakelijk dat het consumentenvertrouwen zou gaan stijgen.
Hieronder staan drie economische verschijnselen.

  1. bestedingen nemen toe
  2. mensen zijn geneigd meer te kopen
  3. productie neemt toe

In welke regel staan de verschijnselen in een zodanige volgorde dat ze de gedachtegang van deze economen goed weergeven?

  1. consumentenvertrouwen stijgt → 1 → 2 → 3 → economie groeit
  2. consumentenvertrouwen stijgt → 1 → 3 → 2 → economie groeit
  3. consumentenvertrouwen stijgt → 2 → 1 → 3 → economie groeit
  4. consumentenvertrouwen stijgt → 2 → 3 → 1 → economie groeit
  5. consumentenvertrouwen stijgt → 3 → 1 → 2 → economie groeit
  6. consumentenvertrouwen stijgt → 3 → 2 → 1 → economie groeit
2

Naast het consumentenvertrouwen is het voor de groei van de economie ook van belang dat de rente niet te veel stijgt.
⇒ Geef een argument waarom een hogere rente de economische groei weer zal kunnen afremmen.

3

Het consumentenvertrouwen is van belang voor producenten en de detailhandel, maar het is niet voor iedereen even belangrijk.
⇒ Leg uit waarom een supermarkt minder belang zal hechten aan het consumentenvertrouwen dan een elektronicawinkel.

4

Eind 2010 waren het consumentenvertrouwen en het onderdeel ‘oordeel over het economisch klimaat’ verbeterd. Toch bleef de koopbereidheid laag.
⇒ Leg uit dat het mogelijk is dat de koopbereidheid laag bleef ondanks de stijging van het consumentenvertrouwen.

5

Iedereen heeft er belang bij dat de koopbereidheid hoog is. De overheid kan deze beïnvloeden. Ze kan natuurlijk niet de lonen van iedereen verhogen, maar er zijn wel andere mogelijkheden.
⇒ Noem een maatregel die de overheid kan nemen om de koopbereidheid te laten stijgen. Leg ook uit waarom deze maatregel werkt.

1

C

2

Een goed antwoord bevat de volgende onderdelen:

  • Door een hogere rente zullen mensen minder snel gaan lenen of meer gaan sparen.
  • Hierdoor wordt minder geïnvesteerd/gekocht. Dit zorgt voor minder economische groei.
3

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Bij supermarkten gaat het voornamelijk om primaire levensbehoeften.
    Consumenten moeten die goederen wel kopen.
  • Een elektronicawinkel verkoopt goederen die niet noodzakelijk zijn. Bij een laag consumentenvertrouwen zullen consumenten eerder van deze aankopen afzien.
4

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Na een economisch mindere periode zullen consumenten eerst hun spaarrekening weer aanvullen voordat ze weer meer uitgeven.
  • Sommige consumenten zullen met hun bestedingen wachten, omdat ze onzeker zijn over hun toekomst.
5

Voorbeelden van een goed antwoord zijn:

  • Verlagen van het btw-tarief, want consumenten zullen eerder bereid zijn goederen aan te schaffen als de prijzen lager zijn.
  • Verlagen van de loon- en inkomstenbelasting, want het besteedbaar inkomen zal stijgen en hierdoor zullen consumenten eerder bereid zijn te kopen.