Opgave 2 – Procenten van

Vraag 1 Hoeveel procent is..  (afronden in 1 decimaal) a 55 van 250  b € 4,50 van € 12 c 330 van 475 d € 450 van € 12.500 e 85 van 1.250 Hoeveel procent is..  (probeer zonder rekenmachine) f 0,5 van 50  g 0,5 van 100 h 250 van 10.000 i 2 van 20 j 400.000 van 8 mln. Vraag 2 a Jaimy heeft een telefoonabonnement met een databundel van 20 Gb [...]

Opgave 2 – Procenten van2017-09-21T10:09:54+01:00

Opgave 1 – Procenten

Vraag 1 Bereken: a 15 % van € 850  b 10% van € 3.000 c 65% van € 1.450 d 4% van € 4 mln. e 20% van € 500.000 Bereken: f 1% van € 500  g 0,1 % van € 500 h 0,5% van € 500   i 150% van € 500   j 500% van € 500 Hoeveel procent is? k de helft (½) l een kwart (¼) m een vijfde deel (1/5) [...]

Opgave 1 – Procenten2017-09-15T19:33:43+01:00

Opgave 6 – Gewogen gemiddelde

Vraag 1 Een docent verzamelt de eindcijfers van zijn examengroep economie: Aantal leerlingen Cijfer 1 leerling 3 leerlingen 15 leerlingen 5 leerlingen 2 leerlingen 1 leerling 4 5 6 7 8 9 a Bereken het gemiddelde eindcijfer van deze groep. Afronden in 1 decimaal.  Vraag 2 Een handige leerling heeft een webwinkel. Via zijn site verkoopt hij 20 verschillende producten. Het gaat erg goed met de verkopen. Daarom verhoogt hij de prijzen van zijn producten. De 6 [...]

Opgave 6 – Gewogen gemiddelde2017-09-09T19:47:53+01:00

Opgave 5 – Gemiddelde

Vraag 1 In een klas zitten maar 15 leerlingen. Tijdens een les economie gaat het over bijbaantjes. De economieleraar wil graag weten hoeveel leerlingen een bijbaantje hebben. Ook vraagt hij aan de leerlingen hoeveel zij verdienen per maand. Hij schrijft de gegevens op het bord: 15 leerlingen in totaal 8 leerlingen hebben een bijbaantje: Erik: € 120,- Charmene: € 50,- Achmed: € 75,- Michel: € 80,- Jimmy: € 200,- Eline: € 20,- Suzan: € 125,- Femke: € 60,- a [...]

Opgave 5 – Gemiddelde2017-09-09T18:59:13+01:00

Opgave 3 – Grote getallen

Vraag 1 Doe het steeds zoals in het voorbeeld. Schrijf in cijfers.      5 duizend  ⇒  5.000 a 12 miljoen b 100 duizend c 450 miljard d 0,75 miljoen e 5,4 miljard Schrijf in woorden.     5.000 ⇒ 5 duizend f 23.000.000 g 5.000.000.000 h 950.000 i 5.500.000 j 12.400.000.000 Schrijf in woorden. Afronden op één decimaal.   5.342  ⇒  5.342  ⇒  5,4 duizend k 3.456.238.643 l 12.376.850 m 450.549.250 n 12.382 o 865.349.873.010 [...]

Opgave 3 – Grote getallen2017-09-09T15:40:29+01:00

Opgave 2 – Afronden

Vraag 1 Maaike heeft een bijbaantje. Vorig jaar werkte zij 12 uur per week. Daarmee verdiende ze netto € 41,50. Dat was inclusief haar vakantiegeld. Dit jaar is Maaike iets meer gaan werken. Nu werkt ze 15 uur per week. In totaal verdient ze nu € 53,81 per week. a Hoeveel verdiende Maaike vorig jaar per uur? Afronden in twee decimalen. b Hoeveel verdient Maaike dit jaar per uur? Afronden in twee decimalen. Vraag 2 Van [...]

Opgave 2 – Afronden2017-09-09T14:13:08+01:00

Opgave 1 – Afronden

Vraag 1 Rond de getallen af op het gevraagde aantal decimalen. Afronden op twee decimalen. a 7,492765 b 56,9821634 c 234,9278356 d 0,544959 e 12,874721 Afronden op één decimaal. f 124,927354 g 98,21964567 h 0,2038465 i 12,445607 j 19,4540297 Afronden op een geheel getal. k 14,93954 l 998,45964567 m 0,09385 n 182,49560 o 69,51540 Vraag 2 Reken het juiste antwoord uit. Rond af op het gevraagde aantal decimalen. [...]

Opgave 1 – Afronden2017-09-09T12:50:11+01:00

Indexcijfers

Indexcijfers zijn eigenlijk percentages die een reeks getallen vergelijken met één basisgetal. Het makkelijkst kun je de betekenis van een indexcijfer laten zien met een voorbeeld: […]

Indexcijfers2017-09-10T10:09:57+01:00

Afschrijven

Kapitaalgoederen worden meestal meerdere jaren gebruikt. De kosten van bijvoorbeeld een machine mogen daarom over de gebruiksperiode worden verdeeld. Dat doen we met behulp van afschrijvingen. […]

Afschrijven2017-09-10T10:24:48+01:00

Rente

Rente moet je betalen als je leent. Rente ontvang je als je spaart. Rekenen met rente is eigenlijk rekenen met procenten. Je kunt hier de 1%-manier gebruiken als je dat gemakkelijk vindt. Om snel te kunnen rekenen met rente, kiezen we hier voor het rekenen met een groeifactor. Rente is een percentage van een bedrag Stel dat je € 500 leent. Over die lening moet je per jaar 4% rente betalen. Hoeveel rente moet je dan betalen? Dus: hoeveel [...]

Rente2017-09-12T08:03:48+01:00
Ga naar de bovenkant
Click to listen highlighted text!